Vragen & antwoorden

Algemeen

De mentor is hét aanspreekpunt voor de leerling. De mentor heeft per week een apart mentoruur waarin hij of zij met leerlingen uit de klas kan spreken. In de brugklas hebben leerlingen wel 3 uur per week mentoruur. Zo heeft de mentor veel tijd voor de brugklasleerlingen. Ook is er in de mentoruren aandacht voor studievaardigheden.

De meeste leerlingen op het Farel College komen op de fiets. Naast de school is een bushalte, zodat bijvoorbeeld het centraal station goed bereikbaar is, maar ook bussen van en naar Vathorst, Nieuwland en Nijkerk stoppen naast school! Station Amersfoort Schothorst ligt op ca. 1,5 km van de school. De afstand van het hoofdgebouw aan de Paladijnenweg naar de Farel Academy is 2,6 km. Vanaf klas 2 gaan de leerlingen daar één dag per week naar toe. De hele dag, dus niet pendelen (dat doen de docenten).

Werken aan het huiswerk voor de volgende les zit voor een deel in de lessen ingebakken. Dat is één van de gevolgen van het werken met een 70-minuten rooster. Natuurlijk kan het een keer voorkomen dat dit niet kan. In ieder geval is er thuis huiswerk te maken. Alle vakken werken met planners, leerlingen weten dus altijd wat ze te doen staat.

Bij huiswerkproblemen kan je terecht bij: je vakdocent, de mentor of een docent die helpdesk geeft. Het Farel College heeft een samenwerkingsovereenkomst met Studiekring Amersfoort, een huiswerkbegeleidingsinstituut. Meerdere dagen in de week zijn zij aanwezig op school voor huiswerkbegeleiding.

Er worden verschillende sporten gedaan zoals dansen, klimmen, atletiek en voetbal. Het Farel College heeft twee gymzalen en sportvelden op eigen terrein. Brugklasleerlingen gaan een periode zwemmen in zwembad Amarena. Leerlingen uit de tweede klas gaan skiën en krijgen een schaatsclinic.

Ja, op het Farel College geldt de regel ‘bring your own device’ (BYOD). We verwachten dat elke leerling een eigen laptop of tablet bij zich heeft. Veel vakken gebruiken daarnaast ook nog gewoon boeken in de les.

Er is een fonds voor gezinnen met een krappe financiële situatie.

Leerlingen in de onderbouw stoppen aan het begin van de les hun telefoon in de telefoonzak die in het lokaal hangt. Aan het einde van de les halen leerlingen hun telefoon hier weer uit. Soms mag de telefoon in de les gebruikt worden als dat nodig is voor opdrachten. In de bovenbouw krijgen leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid voor het gebruik van hun telefoon.

Er is een actieve leerlingenraad. Er vindt regelmatig overleg met de schoolleiding plaats over school en het onderwijs.

Elke leerling op het Farel krijgt automatisch van de 1e tot en met de 3e klas bèta-vakken. In de bovenbouw kun je kiezen om verder te gaan met deze vakken. Voor tweetalig onderwijs kan je kiezen als je naar de brugklas gaat. Dit is dus niet verplicht.

Leerlingen die tweetalig onderwijs kiezen, krijgen ook bèta-vakken (alleen dan wel in het Engels).

Farel Talent is vooral bedoeld voor leerlingen die wat extra uitdaging kunnen gebruiken.

Feedback wordt gegeven in de lessen maar ook in leerlingbespreking.nl, op basis van deze feedback schrijf je als leerling een plan van aanpak voor je portfolio gesprek.

Leerlingen houden twee keer per jaar een portfoliogesprek. Dit gaat niet alleen over cijfers, maar ook hoe het met de leerlingen gaat en waar ze trots op zijn. Dit zijn gesprekken met leerling, ouders en mentor.

In de onderbouw geven we vooral praktijkopdrachten zoals het ontwerpen van een skateboard of het schilderen van een stilleven. In de bovenbouw kun je het vak ‘kunst’ kiezen. Dit is een combinatie van theorie en praktijk.

Bij KWG (Keuze Werk Groep) kiest een leerling zelf welk vak hij/zij nodig heeft. Bijvoorbeeld om extra te oefenen of iets af te maken.

Lessen duren op het Farel 70 minuten. Om 8.10 uur start het eerste lesuur. In de brugklas hebben leerlingen maximaal tot en met het 5e uur les. Na het 2e uur heb je 25 minuten pauze en na het 4e uur duurt de pauze 30 minuten. Uiterlijk om 15.00 uur is de schooldag voorbij. In hogere klassen hebben leerlingen soms nog een 6e lesuur.

Identiteit

Wij vieren verschillende christelijke feesten. Met Kerst is er een kerstontbijt voor leerlingen en halen brugklassen letterlijk ‘het licht op’ in verschillende religieuze gebouwen in de stad. Met Pasen is er een Paasviering.

Daarnaast start de schooldag met een dagopening. We streven ernaar om op school christelijke normen en waarden na te leven.

Leerlingen krijgen een brede oriëntatie op verschillende godsdiensten. We hebben respect voor elkaars visie.

Er wordt iedere dag een dagopening gehouden en christelijke feestdagen worden gevierd.

De dagopening wordt aan het begin van het eerste uur gegeven en duurt 5 tot 10 minuten. Er wordt vaak een verhaal voorgelezen en met leerlingen in discussie gegaan over actuele onderwerpen. De dagopening kan worden ingevuld met behulp van het tijdschrift ‘Oase’. Er kan een religieuze invulling aan worden gegeven, of aandacht worden besteed aan een maatschappelijke kwestie. Het is een startpunt van de dag en een moment van bezinning.

Zorg

We gaan in gesprek met de leerling om te kijken wat hij/zij nodig heeft. Bij toetsen krijgen de leerlingen extra tijd, we werken met het programma Kurzweil en er is een Remedial teacher die kan helpen.

Er zijn ondersteuningsmogelijkheden zoals extra tijd bij toetsen en RT in gesprek met de leerling en leerlingcoaches.

Dat is er zeker. Mentoren zijn hier zeer alert op en besteden in de klas veel aandacht aan de veiligheid.

Brugklas

Wij hebben negen brugklassen.

We kijken goed naar de leerling en in de portfoliogesprekken wordt dit met ouders en leerlingen overlegd.

TTO

We hebben een groot aantal docenten en taalassistenten op school die native speaker zijn. Als je TTO kiest, loopt er per klas een aantal uur per week een native speaker mee.

Natuurlijk, je mag altijd vragen stellen! In het begin is het even lastig en snappen we dat je toch nog Nederlands gebruikt. De meeste leerlingen wennen snel aan het Engels. Daarom willen wij dat na de kerstvakantie alles in het Engels gedaan wordt. Lukt dat nog niet? Geen probleem, dan switch je even naar het Nederlands.

Dit hangt af van de leerling. Sommigen hebben op de basisschool al veel Engels gehad of spreken Engels met familie of vrienden. Anderen hebben minder ervaring met Engels. De meeste leerlingen vinden dat het Engels snel went en dat ze er echt beter in zijn geworden. De docenten helpen natuurlijk als het nodig is.

Het huiswerk is vergelijkbaar met reguliere klassen. Het kan wel zo zijn dat je als je net begonnen bent in de brugklas, je in het begin veel moet vertalen en dat kost tijd. De leerlingen vinden dat het Engels snel went.  Het huiswerk wordt daardoor na een paar weken/maanden weer als lichter ervaren.

We helpen kinderen met de opbouw van tweetalig onderwijs. Het lukt bijna alle leerlingen om tto te volgen. Een enkeling kiest ervoor om na de brugklas verder te gaan in een klas met regulier onderwijs.

Op vwo volgt ongeveer 70 procent van de leerlingen tweetalig onderwijs. Op de havo ongeveer 35 procent en op de mavo 25 procent.

Ja, in de bovenbouw krijg je nog steeds een paar lessen in het Engels, namelijk bij de vakken maatschappijleer en beeldende vorming. De meeste lessen zijn vanaf de derde klas in het Nederlands, omdat het eindexamen in het Nederlands wordt afgenomen. Wel krijgen tto- leerlingen in de bovenbouw Engels op een hoger niveau en extra lesuren Engels per week.

Wij werken samen met Europese partnerscholen in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italie, Noorwegen en Polen.

Mavo, havo en vwo

Dit kan op drie momenten. Allereerst kan een leerling na de brugklas doorstromen naar havo 2. Ook is het mogelijk om van mavo 2 naar havo 3 over te gaan. Wanneer een leerling het mavo-diploma heeft behaald kan hij/zij na mavo 4 instromen in havo 4.

Ja, dat is mogelijk. Als wij in de brugklas zien dat je meer aan kunt is het mogelijk naar havo 2 tto te
gaan.

De gecombineerde klassen zijn alleen het eerste jaar in de brugklas.

Eerst worden de lessen gegeven op mavo-niveau en als je meer uitdaging wilt of aankan, dan krijg je opdrachten op havo-niveau.

Leerlingen krijgen op het Farel tot en met de derde een breder aanbod aan vakken voor een bredere ontwikkeling.

Bèta

Biologie, scheikunde, science, wiskunde en natuurkunde. In de bovenbouw kies je afhankelijk van welk profiel je kiest bepaalde bèta-vakken

De leerlingen hebben op het Farel een extra uur science. Dit kost niet meer uren, omdat we hier rekening mee houden bij de indeling van de wettelijk opgelegde lesuren. Leerlingen zitten op het Farel dus niet langer op school dan op andere scholen.

De insteek van beide stromingen is hetzelfde: alle bètavakken komen samen. Op deze manier is de toepassing van de vakken duidelijker en kunnen leerlingen nieuwe kennis koppelen aan bestaande kennis. Op het technasium ligt de nadruk meer op ontwerpen en op het Farel meer op onderzoeken.

Nee, in de brugklas krijg je nog geen scheikunde. In de tweede klas krijgen leerlingen het vak nask (samenvoeging van natuurkunde en scheikunde). In de derde klas krijgen leerlingen de vakken natuurkunde en scheikunde apart.